Waterschap: vrees voor veel dode vissen is ongegrond

2zf8gp5
APELDOORN – De kans dat er veel dode vissen worden gevonden in vijvers en andere waterpartijen nu de dooi is ingetreden, is niet heel groot. Dat zegt woordvoerder Edwin Spikkert van het Waterschap, in een reactie op het feit dat dit weekeinde duizenden vissen door verstikking het loodje dreigden te leggen in de visvijver van het Kanaalpark.

Schaatsers ontdekten de vissen die in een wak naar zuurstof hapten. Leden van de Apeldoornse Hengelaarsvereniging Tot Ons Genoegen probeerden aanvankelijk via het nieuwe telefoonnummer 144 de dierenpolitie te waarschuwen. Ze kregen daar echter geen gehoor. In overleg met het waterschap werd besloten zelf in actie te komen. Met schepnetten werden circa duizend dieren uit het wak geschept en in bakken overgezet die door de dierenambulance waren aangevoerd. Ze zijn daarna uitgezet in het nabijgelegen Apeldoorns Kanaal. Voor een onbekende hoeveelheid vissen kwam de redding te laat.
Volgens Spikkert overleven vissen normaal gesproken het dichtvriezen van vijvers, zolang deze diep genoeg zijn.

Het zuurstofgehalte daalt wel: door de ijslaag kan geen uitwisseling plaats hebben van gassen tussen het water en de lucht. Als er bovendien sneeuw op het ijs ligt, produceren planten en algen in het water geen zuurstof meer. Verrottingsprocessen gaan wel door, waardoor juist zuurstof aan het water onttrokken wordt.

Spikkert: ,,Maar met deze kou verkeren vissen ze in een rusttoestand. Ze kunnen met heel weinig zuurstof toe. Vermoedelijk is hier het probleem geweest dat heel veel mensen op het ijs hebben geschaatst. De vissen zijn daardoor opgeschrikt en zijn gaan zwemmen. Daarbij gebruiken ze aanzienlijk meer zuurstof en zijn de problemen ontstaan.”

Volgens Harry Middelink, voorzitter van Tot Ons Genoegen, moet nog blijken wat de schade is die aan het visbestand van de vijver is aangericht. “Er zijn heel veel vissen uitgeschept en naar het kanaal gebracht. Maar onder het ijs zie je ook dode vissen en wie weet wat er allemaal op de bodem ligt.”