In april tot en met de laatste zaterdag van mei mag er in het Nederlandse binnenwater niet gevist worden met een hengel die is geaasd met een worm, slachtproducten, een dood visje, een stukje vis of kustaas (behalve kunstvliegen die kleiner zijn dan 2,5 centimeter).
Voor het IJsselmeer geldt dit verbod tot en met 31 mei. De reden van het verbod is om te voorkomen dat er in deze periode gericht op aal of op roofvis wordt gevist.
Er is al jarenlang onduidelijkheid of de zeepier en de zager een worm zijn en of deze dus ook onder het verbod vallen. Die onduidelijkheid leefde niet alleen bij sportvissers maar ook bij opsporingsambtenaren. Sportvisserij Nederland is daarom in de historie van de visserijwetgeving gedoken. Zij kwam tot de conclusie dat het nooit de bedoeling is geweest om een verbod in te stellen voor het vissen met de zager en zeepier in april en mei en dat de zager en zeepier dus niet zijn aan te merken als worm.
Om aan alle onduidelijkheid een einde te maken heeft Sportvisserij Nederland vervolgens aan het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gevraagd of zij onze conclusie wilden bevestigen. Het Ministerie van LNV heeft ons laten weten dat de zager en de zeepier inderdaad NIET onder het begrip worm vallen. Het Korps Landelijke Politiediensten (de KLPD) is hiervan inmiddels op de hoogte gebracht door het Ministerie van LNV.