Honderden dode vissen in Waalstrang

DOORNENBURG – In een strang net achter de dijk bij Doornenburg zijn dit weekeinde honderden dode vissen aangetroffen.In de strang, een dode tak van de Waal, staat nog maar een halve meter water.

30m08eb


De vissen, vooral karpers en brasems, zijn omgekomen door zuurstofgebrek.

Meerdere passanten hebben de dode vissen dit weekeinde vanaf de dijk gezien. Onder hen Johan Dieters en Debby Beekman uit Arnhem.

“We zagen dit zondagmiddag om half twee en zijn meteen gaan bellen met instanties. We hebben de brandweer gebeld en de dierenambulance, maar er komt maar niemand. Daarom zijn we de vissen nu zelf maar gaan redden”, aldus Dieters om vijf uur gistermiddag.

In de loop van de middag kregen Dieters en Beekman hulp van twee jongens uit Doornenburg, Niek Franken en Ignas Hartjes.

De twee beschikten over schepnetten en een grote plastic tas waarin vissen vervoerd kunnen worden.

Ze vingen een aantal grote karpers. ” Wauw, deze is zeker dertig pond. Zulke vang je bij het vissen nooit”, riep Niek uit bij het opscheppen van een grote vis. De dieren werden naar een water een stukje verderop gebracht. De vier waren verontwaardigd over het uitblijven van de hulpdiensten. “Als er ergens iets met een paard is, maakt iedereen zich druk. Hier gaan honderden vissen dood en niemand doet iets”, aldus Niek Franken. Postcommandant Hans Maters van de brandweer in Doornenburg beziet de zaak iets anders. “Wij hebben hier inderdaad telefoon over gehad. Het waterschap Rivierenland was vrijdag al op de hoogte. Zij zouden proberen actie te ondernemen samen met de visclub. Het probleem is dat de waterstand op het moment ontzettend laag is. Dus al het water dat wij erin pompen loopt, gelijk de grond in. Daar los je het probleem niet mee op.” De brandweer heeft ook contact gehad met Free Nature, de opvolger van Stichting De Ark, die de kuddes paarden en runderen in het gebied beheert. Maters: “Zij zeiden ook dat we het beter zo kunnen laten. Hoe triest het er ook uitziet, het is de natuur. En de reigers en meeuwen profiteren er weer van.” Over de reddingsactie had Maters zijn twijfels. “Ze brengen de vissen naar een nevengeul van de Waal. Maar ik denk niet dat de karpers het daar redden. Dat zijn vissen die in stilstaand water leven.”